Bij het voetballen is een liesblessure een veel voorkomende blessure. In dit artikel gaan we in op het ontstaan van de blessure. Ook lees je wat het precies is, welke soorten er zijn en hoe het behandeld en voorkomen kan worden.
Waar zit de lies precies?
Met de lies wordt de regio aan de binnenkant van je bovenbeen genoemd, waar je dijbeen en de onderkant van je buik samenkomen. De lies zit tegen de schaamstreek aan. Het is een plek waar spieren aanhechten. Met een blessure aan de lies wordt vaak een blessure in de liesregio bedoeld.
Oorzaak van de blessure
Sporten is dé oorzaak voor een liesblessure. Vaak zit het hem in de intensiteit waarmee de sport wordt uitgevoerd. Bij een hoge intensiteit wordt de blessure eerder opgelopen. Overbelasting wordt bovendien vaak genoemd als deel van de oorzaak.
Je ziet de blessure bij veel soorten sporten. Bij duursport, sporten waarbij er explosieve of draaiende bewegingen worden gemaakt, sporten in een zaal en sporten die lenigheid vereisen. Voetbal is een van de sporten waarbij een liesblessure vaak voorkomt.
Soorten liesblessures
Over het algemeen komt de liesblessure vaak voor in een chronische vorm. Dan neemt de pijn geleidelijk toe als gevolg van overbelasting of te veel sporten met een hoge intensiteit. Vooral voor en na het sporten heb je er dan last van. Daar staat een acute blessure tegenover. Die loop je plotseling op bij een verkeerde beweging.
Scheur of verrekking van de lies
Als je het hebt over een scheur in de lies of een verrekking, heb je het vaak over een acute lies blessure. Die wordt veroorzaakt door een verkeerde explosieve beweging. Aan de binnenkant van het dijbeen voel je dan een scherpe pijn die over kan gaan naar een kloppend gevoel. Er zijn dan enkele spiervezels verrekt of zelfs gescheurd.
Liesbreuk
Een liesbreuk kan ook voorkomen als blessure bij het sporten. Vaak wordt het veroorzaakt door langdurige belasting, of door roken of hoesten. Dit is een uitstulping van het buikvlies in de regio van de lies. Hier kunnen stukjes buikvlies door tussen de spierlagen komen. Hierbij is de herstelduur gemiddeld langer dan bij een verrekking of scheurtje.
Herstellen van een liesblessure
Afhankelijk van de ernst van de blessure, kan de hersteltijd tot wel 12 weken in beslag nemen. Om zo snel mogelijk van de pijn en klachten af te komen kun je zowel op korte als langere termijn bepaalde acties ondernemen. We zetten voor je op een rijtje wat je direct na het blesseren en in de dagen daarna kunt doen.
Direct na het blesseren
Na het oplopen van de blessure kun je het best zo snel mogelijk rust nemen. Om de lies te laten herstellen moet het niet worden belast. Koelen met een icepack of ijsklontjes en een doek is daarnaast een verstandige handeling. Daarna kun je proberen om de spieren weer te bewegen. Let daarbij goed op de bewegingen die je maakt en ga niet over je eigen pijngrens heen. Vermijd explosieve bewegingen die je niet goed kunt controleren.
De dagen na het blesseren
De dagen erna is het verstandig om naar een specialist te gaan. De behandeling voor de liesblessure begint meestal met het bekijken van looptechniek, het opstellen van een trainingsschema en uitvoeren van oefeningen. Vaak wordt er ook veel aandacht besteed aan andere spieren om kracht op te bouwen. Er wordt ook veel aan stabiliteit gewerkt om het herstel te bevorderen.
Heb je de lies ernstig geblesseerd? Dan zit er in sommige gevallen niets anders op dan de blessure te verhelpen door te opereren. Dit wordt alleen gedaan als de lies heel hevig is geblesseerd, zoals bij een liesbreuk het geval is.
Preventie
Een liesblessure is niet prettig, daarom is het verstandig om acties te ondernemen om het oplopen van de blessure te voorkomen. In de meeste gevallen komt de blessure immers op sluimerende wijze tot stand door overbelasting. Daarom wordt het aangeraden om naast inspanning te zorgen voor genoeg ontspanning. Ga voor een goede opbouw. Neem daarnaast voor de sportsessies de tijd voor een degelijke warming up om de spieren klaar te maken. Een cooling down is ook vaak een goede manier om een blessure te voorkomen.